Het verhaal van een Badass deelneemster

De invloed van een alleengeboren tweeling zijn.

Wat ik uit het jaarprogramma heb gehaald?

Het was en is vooral een reis naar het leven. Van diepe rouw en tegelijkertijd een intens verlangen naar het leven, écht leven.

Ik kan mij niet anders herinneren dan dat ik iets tragisch in mij had. Ik had een vrij normale en ogenschijnlijk veilige jeugd. Ik deed wat er van mij verwacht werd, deed het goed op school, speelde met vriendinnetjes en had plezier. Maar ondertussen speelde er ook een onbestemd gevoel van er niet bij horen, van onzichtbaar willen zijn en dat ik hoe dan ook alleen over zou blijven. Dat ik in het leven hard tegen de wind in moest fietsen zonder écht vooruit te komen. Leunen en steunen op anderen, op mijn ouders, deed ik op jonge leeftijd al zelden. Ik kon het allemaal wel alleen.

En zo groeide ik op tot een jonge vrouw die het leven prima op orde leek te hebben. Prachtige reizen, een fijne relatie, mooi huis en prima baan. Dat ik mij ondertussen leeg voelde en mij volledig had afgesloten van mijn gevoel nam ik voor lief. Hoewel het basisgevoel van eenzaamheid en hard werken bleef, kon ik dat altijd prima van mij afzetten, want kijk toch eens, het had allemaal een stuk minder gekund.

Totdat er in 2018 een nieuw leven in mij groeide en daarmee kwam er een ander vaatje open te staan. Naast de enorme blijdschap en vreugde om de geboorte van onze prachtige, gezonde zoon, borrelde dat onbestemde gevoel te pas en te onpas omhoog. De bal met verdriet, waar ik de oorzaak niet van kende, liet zich niet meer wegdrukken. Ik had zo’n behoefte aan een arm om mij heen en een schouder om op te huilen, het liefst van mama. Maar mama was er niet, of nou ja, ze was er wel, maar kon mijn worsteling niet zien en dat zorgde er weer voor dat die bal met verdriet groter en groter werd.

Haastig opzoek naar een oplossing, verslond ik het ene naar het andere boek gericht op persoonlijke ontwikkeling. Want dit gevoel moest weg, diende niet en paste niet bij het perfecte leven wat ik voor mezelf in gedachten had. Toen ik begon te lezen over familieopstelling leek mij dit het begin van de oplossing.

In maart 2023 deed ik mee aan een opstellingendag bij Simone. Nadat ik representant was geweest tijdens verschillende opstellingen, voelde ik na de lunch aan alles dat het nu mijn beurt was om naast Simone te gaan zitten. Met bonzend hart deed ik mijn verhaal. Er ging iemand in foetus houding op het kleed voor mij liggen, waarna er een tweede persoon achter ging liggen. Verstrengeld in elkaar. In eerste instantie had ik geen idee wat dit voor moest stellen. Vragend keek ik Simone aan, wat gebeurt hier?! Ik hoorde haar nog iets zeggen over een tweeling en of ik mijn eigen plek in wou nemen. Als vanzelf ging mijn lichaam op de grond liggen, huilend, snikkend en bevend. En eindelijk werd ik mij bewust van wat mijn lichaam allang wist. De deksel op de pot met verdriet in mijn buik werd eindelijk open getrokken en in dat weekend heb ik niets anders gedaan dan huilen. Om dat wat ooit was, wat nooit is geweest en nooit meer zal komen, maar vooral ook om de opluchting. Het voelde alsof ik dit altijd al wist, maar dat het niet lukte om hier woorden of betekenis aan te geven. Ik heb een tweelingzusje en dat tweelingzusje is in de buik van mama overleden.

In de weken daarna had ik intense dromen, waarin ze zich voor mijn gevoel vertelde waarom zij moest gaan en ik hier moest blijven. Dat dit allemaal een reden heeft en dat dít hier niet voor altijd is. Ik voelde mij intens verbonden, bijna versmolten met haar. Maar wat ik mij toen niet realiseerde was dat dit een fase van rouw was, maar dat het leven en de vreugde zich hier afspeelt, in het leven en niet bij de dood.

Dat ik deze eerste opstelling als intens heb ervaren mag duidelijk zijn. Zoekend naar antwoorden op alle vragen die ik had, mijn verlangen naar inzicht in mijn relatie met mama en nieuwsgierigheid naar wat het systemisch werk mij nog meer te bieden had, schreef ik mij in voor het jaarprogramma.

En daar zitten we nu, 6 weekenden later. Het was vooral een periode van rouw wat door mijn hele lichaam gevoeld en geuit werd en tegelijkertijd een zoektocht om invulling te geven aan het diepe verlangen naar het leven. Want wat is leven eigenlijk als je niets anders gewend bent om alles strak onder controle te houden? Om

altijd maar druk te zijn, om niet te hoeven voelen. En hoe eng is het om die controle los te laten en in hoeverre ben ik daartoe in staat?

Tijdens het jaarprogamma voelde ik hoe diep het verdriet niet alleen in mijn DNA zit, maar ook in dat van mama. Dat ook zij niet hier in het leven kón zijn, omdat de pijn te groot is. Dat ze zo graag meer wil geven, maar dat de claim die ik op haar leg simpelweg niet haalbaar is. Dat elke keer als ik bij haar kom halen, maar zij niet kan geven ze zich schuldig en onmachtig voelt. En ook dat ze zo dankbaar is dat ik dit doe, voor mijzelf, voor haar, voor oma… maar dat ze niet meer kan.

Tijdens een visualisatie wordt dit deel zo helder. Ik ben in de ruimte samen met de kleine versie van mijzelf en word begeleid door een zachte stem. Ik heb de hele visualisatie niet meer helder op mijn netvlies staan, maar neem jullie mee in het laatste stuk waar voor mij zoveel samenkomt en samenvat wat het jaarprogramma heeft gebracht:

De stem vraagt of ik mijn moeder een plek in de ruimte wil geven. Mijn moeder gaat aan de rand staan, gericht op de oneindige ruimte voor haar. Ze kijkt vriendelijk, maar moe over haar schouder naar mij. Ze wil mij zó graag helpen, maar kan het niet. De stem vraagt of ik tegen mijn moeder wil zeggen dat ik vanaf nu zelf voor mijn kleine meisje kan zorgen en dat ik mijn claim op haar loslaat. Ik zie de enorme dankbaarheid op het gezicht van mama. Ze wil zo graag, maar het lukt niet. Dat ik het vanaf hier van haar overneem voelt als een geschenk voor beiden. De stem zegt dat ik mijn moeder kan vragen om de ruimte te verlaten. Ik zie haar met een intense liefde naar mij kijken. Alles wat ik haar ooit heb verweten verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ook ik voel dat het écht niet anders kon en dat dit niets, maar dan ook niets te maken heeft met haar liefde voor mij. Ik zie haar weg zweven met alle lichtheid die ze in zich heeft. En diep van binnen weet ik dat het goed is. Al is haar lichaam nog hier, haar ziel is dat niet.

En ik weet nu dat er niets is wat hier ziel hier kan houden. Dat ík haar niet hier kan houden. En dat geeft ons allebei de vrijheid en ruimte om te zijn waar we moeten zijn. Ik hier in het leven, bij mijn kleine meisje. En zij kijkt vanaf de andere kant vriendelijk en liefdevol naar me. Het is goed zo, de liefde tussen ons is voelbaar en overstijgt het hier en nu.

Het kleine meisje zit vrolijk bij mij op schoot. Ik ruik haar frisse springerige krulletjes en haar handjes klammen zich om mijn nek. Ik geniet intens van dit moment. Ik vertel haar dat zij vanaf nu het allerbelangrijkste is dat ik snel bij haar terug kom.

De stem vraagt of ik de ruimte kan verlaten. Ik knuffel het kleine meisje nog een laatste keer en klim de trap omhoog en sta opnieuw in de tuin. Dezelfde tuin, maar de sfeer is compleet anders. Roze bloemen bloeien en de vlinders vliegen vrolijk rond.

Dit is de plek waar ik met mijn voeten in de aarde kan spelen, kan lachen, kan ademenm kan dansen en bovenalles kan leven. Voor mijn zusje, voor mama, voor mijn kindjes, maar bovenal voor mezelf. En ik voel aan alles dat betekenis en zingeving van diep uit de kern van wat ons het meest pijn doet kan komen.

Hoewel het leven met al die emoties als een achtbaan voelt, ik de triggers die de pijn van eenzaamheid activeren nog niet altijd tijdig herken, zou ik nooit meer anders willen. Lichaamswerk, ademhalen en meegaan met die achtbaan. Ik kan niets anders zeggen dan dat ik het spannend vind, maar dat ik er vooral zo veel zin in heb!

vond je dit bericht interessant? Deel het op social media